De kracht van kwetsbaarheid

Wannes Cappelle en zijn Zesde Metaal vertoeven een week in 4AD voor een P.A.-repetitie en twee try-outs. 4AD ging het gesprek met frontman Wannes Cappelle aan, over het belang van zo’n afzonderingsperiode, de kracht van zijn muziek en zijn raison-d’être als songwriter.

De eerste smete

Jullie zijn hier sinds dinsdagavond en repeteren intensief van 10 tot 1u. Hoe belangrijk is zo’n voorbereiding in afzondering voor jou?

Eigenlijk repeteren wij niet zo veel, en we komen ook nooit op wekelijkse basis samen. We kiezen er voor om in blokken te repeteren. Zo zijn we vorig jaar voor onze jongste plaat Skepsels, een week in afzondering gegaan. We blijven steeds overnachten en zorgen dat niemand naar huis hoeft te gaan. Zo kan iedereen er met zijn kop volledig bij zijn. Het is een ideale voorbereiding omdat je in een soort concentratie komt met zijn allen.

Voor dit weekend voelen we ook wat gezonde druk. De show is vrijdag, we moeten dus niet te veel palaveren en vooral beslissingen nemen. Het voordeel aan repeteren op een plek zoals hier is dat je meteen op de geluidinstallatie van de zaal speelt, je weet dus exact dat het zo zal zijn.

Dit weekend spelen jullie twee try-outs. Wat is het verschil tussen zo’n soort try-out en een ‘echte’ show?  

Een try-out en het laatste concert van een tour zijn nooit hetzelfde. Een try-out is een eerste ‘smete’. Je vertrekt altijd op papier: waar gaan we mee beginnen, hoe gaan we eindigen, welk soort intro’s…. Maar eigenlijk weet je pas of het goed zit na de test met een publiek. Er zijn steeds een aantal concerten nodig om die spanningsboog helemaal op punt te krijgen.

Het zal hier zeker nog spannend worden, misschien zal de show van zaterdag al anders in elkaar steken dan vrijdag. En voor een publiek is het ook geestig om naar een try-out te gaan kijken, want ze beleven dat maakproces mee. Het is iets uniek, want het is de eerste keer dat die set gespeeld wordt. En dat is ook wat het voor ons bijzonder maakt, en wat we echt nodig hebben, die eerste keer dat mensen terug staan te luisteren.

En dat is ook wat een try-out voor ons bijzonder maakt, en wat we echt nodig hebben, die eerste keer dat mensen terug staan te luisteren.

Hoe hou je de set in de loop van zo’n tour spannend en vrij? Wil je het soms weer open smijten?

Je moet steeds het gevoel hebben dat het beter kan. Ik heb vroeger veel schoolvoorstellingen gedaan en dan voel je dat de sleur er kan inkomen. Maar wij zijn wel een groep die evolueert naar een bepaalde setlist en opbouw, en daarin kunnen we ook afspraken maken, bv. die solo kan zolang. We steken er een vaste structuur in zonder dat het saai hoeft te worden.

Is het ook door de structuur dat je weer vrij kan zijn?

Het is net omdat je weet dat die structuur werkt, dat er terug vrijheid is. Bij ons verandert de set meestal niet meer na een concert of tien, omdat we voelen dat iedereen de vrijheid heeft om daarbinnen zijn ding te doen

Gewoon mensen

Net zoals Nick Cave heb je een link met religie en hechten mensen een hoge emotionele waarde aan jullie songs. Cave schrijft hierover: “My duty as a songwriter is not to try to save the world, but rather to save the soul of the world. This requires me to live my life on the other side of truth, beyond conviction and within uncertainty, (…) and where doubt is an energy.” Dat zoekende als songwriter staat voor hem centraal, een gevoel dat ik ook heb bij Het Zesde Metaal. Het lijkt me soms meer over de zoektocht te gaan dan over het antwoord te geven.

Ik heb me gisteren of eergisteren de bedenking gemaakt waarom ik eigenlijk muziek maak, optreed of liedjes schrijf. Ik heb immers nooit het gevoel gehad dat ik echt een kunstenaar ben. Het kunstenaarschap is immers nogal zwaarwichtig, ik ben geen wereldvreemd buitenbeentje die in zijn kop heel de tijd met kunst bezig is. Waar het bij mij over gaat is een liefde voor taal en een liefde voor de mensen. Het gaat om het kijken naar onszelf en naar onze soortgenoten, de struggle die we leveren om graag gezien te worden om te overleven. Voor mij is dat superontroerend, en wat me het meest beweegt.

Wil je door die struggle onder woorden te brengen ook aantonen wat ons bindt? Of gaat dat te ver?

Dat is zeker een effect die er bij komt. Met onze nieuwe plaat Skepsels heb ik een aantal songs weggesmeten. Want ik dacht: ‘Ik moet eens heel goed nadenken. Ik krijg hier een forum dat niet veel mensen krijgen, waar er iedere avond honderden mensen naar je komen luisteren en je hebt de kans om iets de zeggen. Maar wat wil je eigenlijk zeggen, wat wil ik dat de mensen meekrijgen?’

Ik heb immers veel woede en frustratie in me, als ik zie hoe de mensheid zijn eigen graf aan het graven is. Maar die boodschap wordt al verteld. Voor mij is het belangrijk dat er verbinding ontstaat tussen elkaar want bovenal zullen we samen de toekomstige uitdagingen aangaan.

Het beste dat kan gebeuren als ik voor een publiek sta is dat de extreem-linkse, linkse, rechtse en extreem-rechtse mensen in de zaal, dat zij die avond voelen: wij zijn allemaal gewoon mensen. Mensen die met dezelfde dingen zitten, die graag gezien willen worden, die blij kunnen zijn, die triest kunnen zijn, die van hun kinders houden en voor hun ouders zorgen. Die diepmenselijke dingen delen we met elkaar, maar vergeten we soms door met meningen naar elkaar te smijten.

Het beste dat kan gebeuren als ik voor een publiek sta is dat de extreem-linkse, linkse, rechtse en extreem-rechtse mensen in de zaal, dat zij die avond gewoon voelen: wij zijn allemaal gewoon mensen. Mensen die met dezelfde dingen zitten, die graag gezien willen worden, die blij kunnen zijn, die triest kunnen zijn, die van hun kinders houden en voor hun ouders zorgen. Die diepmenselijke dingen delen we met elkaar, maar vergeten we soms door met meningen naar elkaar te smijten.

In die zin neemt Skepsels een heel andere positie in dan de vorige HZM-plaat Calais.

Ja, ja, absoluut. Eerst dacht ik dat ik in Calais te mild was geweest. Ik wou scherper zijn, harder uit de hoek komen. Maar als ik zag wat ik aan het maken was, vond ik het niet langer constructief. Het was afstoten, terwijl we nood hebben aan dingen die ons verbinden.

Wat Cave ook heeft, en dat heb jij ook, is dat hij iets betekent voor veel mensen.

Religie komt dan ook van religare, verbinden. Er gaan steeds minder mensen naar de mis en op Facebook verzamel je enkel gelijkgestemden rond je. Maar tijdens een concert beleef je iets samen met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen. Het enige wat je met elkaar bindt, is dat je naar het concert gekomen bent omdat je naar die muziek wil luisteren, of -in het slechtste geval- dat je vrouw of je vent naar die muziek wil luisteren en dat je moet meekomen. Muziek spreekt iets aan dat we moeilijk onder woorden kunnen brengen, iets onderbewust, en ergens krijgt dat concert de functie van een mis. Je komt buiten en je hebt samen iets beleefd.

Van ontroering en kwetsbaarheid

Vaak bij jullie songs, zoals Ploegsteert of Spelen in Berlin, vertrekken jullie van een duidelijk narratief, een verhalende wereld die als kapstok wordt gebruikt. Zo’n soort song, kies je dat thema vooraf, of gebruik je die thematiek als vehikel om andere dingen mee te vertellen?

Die thematiek komt eerst. Bij Spelen in Berlin was er een concrete vraag van Herwig Reynaert, die schreef over Olympiers die gesneuveld zijn In Flanders Fields. Ik heb dan zijn boek gelezen en was getroffen door het verhaal van James Duffy, een naar Canada uitgeweken Ier die daar in 1912 de marathon van Boston won. Hij droomde ervan om mee te doen aan de Olympische Spelen van Berlijn, maar werd opgeroepen voor de Eerste Wereldoorlog. In het liedje loopt het wat anders, maar hij is eigenlijk begraven op het kerkhof van Vlamertinge, met zicht op de kerk.

Dat verhaal, dat inspireert me wel. Je probeert die persoon tot leven te wekken, via je verbeelding. En op het moment dat je dat invult, dan begint het te leven. Het is zoeken naar wat raakt mij nu in dat verhaal.

Als je je niet kwetsbaar opstelt kan je niet ontroerd geraken. Het is de rode draad doorheen alles wat ik maak.

En wil je me dat soort songs ook het empathisch vermogen in je publiek aanspreken?

Je toont ermee de zinloosheid van een oorlog aan , de collateral dammage. Je kan lezen over strategieën, politieke redenen en het resultaat van de Eerste Wereldoorlog. Maar de figuranten in het verhaal tonen de absurditeit ervan. Het is zeker een aanklacht, maar ook door het te zingen worden mensen ontroerd.

Ik had daar eens een theorie over: een ontroerde mens is een kwetsbare mens. Als je je niet kwetsbaar opstelt kan je niet ontroerd geraken. Het is de rode draad doorheen alles wat ik maak: de kracht van de kwetsbaarheid. We gaan allemaal naar de fitness om ons sterker te maken, we maken allemaal een pantser om minder gekwetst te worden. Maar er zit veel meer kracht, sterkte en rijkdom in kwetsbaarheid. Dus probeer ik de mensen te ontroeren, dat teweeg te brengen.

Opgevoed publiek

Zaterdag is het de tiende keer in nog geen tien jaar tijd dat je op ons podium staat, zowel met het Zesde Metaal, Maanziek als met Broeder Dieleman. En de tweede keer op Valentijntje! Hoe is jouw band met 4AD in die tien jaar geëvolueerd?

De 4AD is een machtige plek waar we zo graag terug naar toe komen, daarom zijn we ook zo blij dat we als laatste voor de verbouwing in het huis mogen zijn.

Het geestigste is dat het publiek hier zo ‘opgevoed’ is. Het is zo opvallend. Tegenwoordig hebben we wel meestal een geïnteresseerd publiek. Maar als je aan het knokken bent voor je plek, dan ben je gewend om ergens te spelen waar er geen kat staat te luisteren. Ik weet goed dat de eerste keer dat we hier kwamen spelen met het Zesde Metaal, ik zo verbaasd was dat de mensen hier echt luisteren, amai!

We geven het door, merci!